Een eetbare plant uit Nieuw-Zeeland die al in de 18e eeuw naar Europa is gebracht. Wordt geteeld als bladgroente en heeft vergelijkbare toepassing als spinazie. Heeft wel warmte nodig om goed te groeien. Meerdere keren te oogsten vanaf juni.
Een zeer oude groente die waarschijnlijk al door de romeinen werd gegeten. Wordt veel toegepast in mediterrane gerechten als soep en stoofschotels. Deze koolsoort is een van de voorouders van onze bekende boerenkool.
De sappige vruchten zijn zoetzuur van smaak en rijk aan vitaminen. Ze zijn rauw te eten of tot chutney of saus te maken. De planten kunnen in de tuin uitgeplant worden, maar houden niet van vorst. Hoe meer zon hoe zoeter de vruchten.